Stralen van de zon
De stralen van de zon op jouw gezicht,
verspreid zijn warmte in het mooie daglicht.
Die zon, zo heerlijk warm en zeer intens,
geeft mij een goed gevoel, laat mij stralen, stralen zoals ik dat wens.
En elke zonnestraal, die jou bereikt,
laat de regen verdrogen, en die zonnestraal, heeft mijn leven verrijkt.
Laat de zon altijd schijnen, schijnen de hele nacht, voor mijn part,
zodat ik jou altijd mee kan dragen, dragen in mijn hart.
Maar als de nacht toch komt, en het donker de zonnestralen hun weg versperren,
dan is er nog altijd de maan, en duizenden, twinkelende sterren.
Die met al hun licht, hun felheid en hun kracht,
in ons leven blijven schitteren, schitteren met al hun pracht.
Die zonnestraal, de sterren en het maanlicht,
het maakt niet uit vanwaar het komt, in ieder licht wordt liefde vereeuwigd.
En als het inderdaad zo is, dat al die sterren aan de hemel, onze dierbare zijn, niet meer onder ons,
dan lach en twinkel met ze mee, liefde en twinkelen, zoals bezongen in vele chansons.
Heb lief, hou elkaar vast, bemin zo heerlijk en bedreven,
samen kun je alles aan, samen kun je alle liefde geven.
Kijk je geliefde in de ogen, en als ze even niet meer schitteren en zijn ze een beetje dof,
kijk dan naar de zon, de maan of de sterren, zeg lieve woordjes en maak elkaar het hof.
Er is een toekomst, er is een doel, de rode draad door ons leven,
maar wordt die draad verbroken, de toekomst en het doel zijn er nog steeds, je kunt nog heel veel liefde geven.
Op ieder potje past een deksel, voor ieder hart klopt er een tweede,
uiteindelijk groeien we uit tot iets moois, en dan is het goed, dan hebben we vrede.